De reeds eerder genoemde lezenaar, staat midden in de tuin van de kerk.
Van oudsher is zo'n meubelstuk de plaats om het evangelie te lezen.
De naam is eigenlijk "catheder". Afkomstig uit het grieks -kathedra- wat spreekgestoelte betekent. De bisschop las het Evangelie; van een preek was nog geen sprake. Hij deed dat zittend. Van daar ook dat de naam "preek-stoel" ontstond.
De catheder bestaat uit twee belangrijke delen.
Het front (aanzicht), dat de zelfde vormgeving heeft als de kastdeuren in de consistorie, nl. de engelenkopjes.
En de eigenlijke lezenaar, het houten tableau waar de bijbel op kan rusten. De lezenaar heeft een floraal houtsnijwerk, dat wil zeggen: betrekking hebbend op bloemen.