Verder lopend zijn direkt de veranderingen te zien die in de jaren na de watersnoodramp van 1953 hebben plaatsgevonden.
Het water stond 1,85 m. hoog in het gebouw, dit heeft veel schade veroorzaakt aan meubilair en aan het gebouw zelf. Bij een aantal pilaren is dit nog te zien aan het kleurverschil.
Lange zijbanken in de noordelijke en zuidelijke zijbeuken van het middenschip werden vervangen door korte dwarsbanken; alleen de luifelbanken moesten in de oorspronkelijke staat blijven, omdat die onder Monumentenzorg vallen.
In het middenschip werden de banken vervangen door stoelen en ook de plaats van de gangpaden werd veranderd, tevens werd het cementen plaveisel vervangen door natuurstenen tegels.